Daily life with Complex Regional Painsyndrome CRPS











{June 26, 2011}   Tube pindakaas

Daar gaan we met zijn allen. Op vakantie. Einduhluk! Nu we de winter overleefd hebben en het einduhluk
zachter weer wordt in Nederland, trekken we alsnog massaal weg. Naar de zon. Het liefst zo luxe en zo ’all inclusive’ mogelijk! Natuurlijk brengt op
vakantie gaan ook wat verantwoordelijkheden met zich mee. Je moet immers de juiste kleding inpakken. Je kledingruimte delen met de anti worm en anti diarree pillen en de anti muggenbulten zalf. Daarnaast moet je zeker weten dat je kat niet doodgaat en het huis niet affikt. Laat staan alle zonnebankjes vooraf, want je wilt niet dat mensen denken dat je uit Engeland komt. Geen melkflessen. Wel een spuitverpakking pindakaas mee. Er zijn immers zaken waarover Nederlanders geen concessies doen.  Ook al zijn we ver van huis, we houden het toch het liefste dicht bij huis. Integreren doen we niet op vakantie. Zeuren wel. Zeuren vinden we fantastisch. Het liefste met andere Nederlanders die we daar ontmoeten. Dan kijken we eerst op zijn Nederlands de kat uit de boom, totdat de Corona’s en Mojito’s rijkelijk vloeien. Of Heineken, want dat is natuurlijk helemaal te gek in het buitenland.  En na de twee weken zeiken op alles wat buitenlands is, komen we terug om te vertellen hoe geweldig we het hebben gehad. Helaas is niet voor iedereen de vakantie geweldig of vanzelfsprekend. De crisis, de werkeloosheid, maar ook ziekte en aandoeningen. Met werk stop je, met ziek zijn niet. Ziek zijn houdt zich niet aan kantoortijden. Als je dag en nacht tegen de zelfde muren aankijkt is verandering fijn. Het is al zoveel waard om een keer in een ander bed, in een andere omgeving te liggen. Ik kan in een vliegtuig, dus ik kan naar de zon. Alleen doet de zon pijn. De wind ook. En op een vliegveld in een warm land staan is vast enig, maar je moet alsnog in een te klein en te vol busje. Over veel te smalle en te bochtige wegen. In de warmte, zonder airco. Want die doet pijn, de airco. Zweetgeur. Trillingen, morfine, misselijk. We zijn er. De klap van de reis. Die duurt een paar dagen. Laat staan als de zon, de wind, het water nog eens  door je heen branden. Ik ben net een vampier. Ik leef in het donker. In een grot. Osama’s grot. Een gedeelde grot. Een grot
met LCD TV, internet en Nintendo DS XL. Dat wel. Op vakantie speelt de pijnlijke maag van de combi ‘all you can eat buffet’- slash ‘medicatie cocktail’.  Maar ook de mooie avondlucht. De stranden. De zee. In de avond op een strand liggen bij de zee. Dat is zoveel waard. Bijna de
pijn van de reis. De achteruitgang door de reis. De maand bijkomen van de reis. Ik ben deze zomer te vinden, net als deze winter. Te vinden in een omgeving waarbij inpakken niet nodig is. Pindakaas wel, maar dan gewoon in een potje. En lekker zeuren, want dat kan altijd.  Net als het
hotel boeken wat  bijna in mijn achtertuin staat. Even in een andere kamer, maar wel zo weer thuis.



{June 17, 2011}   Bel ons!

 

 

 

 

 

 

 

 

Sommige dagen zijn wat depressiever dan andere dagen, zeggen de pessimisten. De optimisten daarentegen zeggen dat sommige dagen wat vrolijker zijn dan andere dagen. Hoe dan ook, geen één dag is hetzelfde. Sommige dagen zijn nou eenmaal minder dan andere dagen. Het kan ook niet altijd hetzelfde zijn, want dat is niet meer leuk. Tien dagen Walibi? Dat zou voor mij een ‘mindere periode’ zijn. Misschien heeft dit niet te maken met mijn aandoening. Al die rijen, schreeuwende kinderen en de veel te dure versnaperingen maken het één van de ‘wat mindere’ dagen. Zelfs met een Groupon aanbieding. Vandaag ga ik niet naar Walibi. Ik zou ervoor in een auto moeten en dat is geen lolletje. Een auto heeft voor mij hetzelfde effect als een ijzeren maagd. Een bijzonder wreed martelwerktuig uit de Middeleeuwen. Misschien heeft dat ook iets van Walibi weg, of van mijn verzekering. Mijn verzekering doet net alsof het zin heeft dat ik een dure polis heb. Zo zou je meer vergoedt krijgen. Als er een probleem is, zegt de verzekering: ‘’Bel ons.” De verzekering maakt er graag een doolhof van en hopen dat je de strijd uiteindelijk opgeeft. Nu weten mijn vrienden dat ik zwaar veel moeite heb met ‘opgeven’. Dus ik blijf ‘ons’ bellen, waardoor mijn verzekering doet alsof ‘ons’ altijd naar Walibi is. Ze nemen nooit de telefoon op als ik ‘ons’ bel. Ik denk dat ze een soort ‘code rood’ op de afdeling hebben. Het vergoedings alarm. Bij deze doolhof horen er standaard een heleboel handtekeningen en briefjes bij. ‘’U loopt bij de anesthesist?’’ zegt ‘ons’, dan willen wij graag een briefje van de ‘reumatoloog’ zien.  Dit is de logica van de verzekering. Dat leer je op de verzekering school bij het vak ‘Vergoedingen’. Je kan mijn verzekering zien als een escort dame. Je boekt haar om mee te nemen naar bijvoorbeeld Walibi, zodat je niet alleen hoeft, omdat niemand naar Walibi wilt. Daarna neem je de escort dame, moe en onvoldaan. mee naar het Walibi vakantiepark. De escort dame praat de betaalde tijd vol over bijvoorbeeld Walibi, waardoor je uiteindelijk niet het kersje op de taart hebt gekregen. The iceing on the cake. Het neusje van de zalm. De tijd is immers voorbij. Mijn tijd is ook voorbij. De tijd die ik had ingecalculeerd om een beetje rust te nemen tussen mijn- verzekering- onder- druk- zetten door. Mijn verzekering heeft namelijk bedacht dat als de cliënt heeft gedaan wat nodig was, ‘ons’ net doet alsof ‘ons’ neusje van de zalm bloedt. De gevraagde papieren komen teruggestuurd op mijn deurmat. Dit keer gaan ze naar de leverancier. Ik denk dat het mij eerder zal lukken om Walibi naar het Leidse Plein te verhuizen, dan om een trippelstoel en lig/zit gelegenheid in bruikleen te krijgen. Denk maar niet dat je ze mag hebben! Voor het gemak gaan hulpmiddelen namelijk altijd naar bejaarden en terminalen. Hierdoor krijgen ze de geleende hulpmiddelen weer zo snel mogelijk terug. Buiten het boekje om, vallen we in Nederland toch echt buiten het bootje! Ik stap nog liever in de auto naar Walibi!



et cetera