Daily life with Complex Regional Painsyndrome CRPS











{February 21, 2018}  

 

Soms doe je dingen die je niet kunt. Je grenzen pushen, de horizon verbreden. Naar een pierebadje gaan met je peuter. Een zwermbad ver weg in dezelfde stad. Het dichtstbijzijnde zwembad heeft een grote trap en geen lift. Mama kan niet op de trap.

Nijntje gieter
Met peuter in de kinderwagen bewapend met een Nijntje gieter in haar hand, die ze niet meer loslaat. Dapper blijft ze geduldig de kilometers lange wandelreis in de kinderwagen zitten, want mama kan niet met de tram. Ook niet in de bus, of op een fiets. De trillingen van voertuigen geven teveel pijn, lees ledematen worden uit elkaar gescheurd. En het geeft fysieke achteruitgang. Wij lopen door de vooruitgang het zwembad binnen. Het pierebad blijkt kapot te zijn. Dat stond niet op de website. Peuter loopt beteuterd met de Nijntje gieter in haar hand, naar de uitgang. Alle kilometers weer terug. Peuter is ontroostbaar.

Badjuf
Een week erna proberen we het nog een keer. Het pierebad is gemaakt. Omgekleed met gietertje weer in haar hand stappen we de lift in naar het pierebad, want mama kan niet met de trap. De lift gaat maar tot de eerste verdieping. Het pierebad is op de tweede verdieping. We proberen het nog tevergeefs drie keer en stappen maar uit op de eerste etage. Ik loop naar een badjuf die lesgeeft in het water. Ik vraag hoe ik de lift zover krijg om naar het pierebad te gaan. Ze wijst me de weg naar de trap. Ik kan niet met de trap.
Met de lift en peutertje met het gietertje weer naar beneden, de kleedkamers langs, richting de receptie bij de uitgang. Daar is iedereen aangekleed. In winterjas. We waren zo dichtbij, maar mama kan de trap niet op. Kop op, ik geef niet op. In mijn bikini zwaai ik met het gietertje naar de mevrouw achter de balie. Alle aangeklede mensen in de hal kijken om.
Joehoe de lift doet het niet. Ja we wachten wel even. Peuter wordt moe. De hulpmeneer komt eraan, de liftsleutel wordt gebracht. Dit doen we express, zegt hij. Dan kunnen de kinderen niet zomaar doorlopen naar het recreatiebad. Ik wijs hem de weg naar de trap, waar de kinderen juist door kunnen lopen naar het recreatiebad. Echter, mensen die minder valide zijn en niet makkelijk kunnen lopen, hebben de lift nodig. Na 30 minuten vertraging speelt peuter met gietertje eindelijk in het pierebad. Mama houdt haar morfine fles vast.

Badmeester
Het gietertje wil na 20 minuten weer weg. De lift doet het niet.
Ik loop naar de kantine. Daar is een trap. Mama kan niet op de trap. Ik roep de aangeklede bardame. Drie keer. Ze snapt me niet. Ik loop naar de badmeester. Hij staat op een platform waarvoor je twee treden op moet. Dat kan mama niet. Ik til de doodmoee peuter op. Zij tilt gietertje. Ik roep de badmeester . En nog drie keer, voordat hij me hoort.
‘Oh, u wilt met de lift. (nou ja,…wil, wil?!) Nou dan moet u wel even geduld hebben hoor.”
‘Even geduld hebben hoor’ is vijf minuten wachten totdat het golfslagbad aangaat. Vervolgens hebben zij de komende 15 minuten al hun mankracht nodig om op te letten dat er geen ongelukken gebeuren. Peutertje wordt moeier. Er komt na 20 minuten een hulpmeneer voor de lift. Wanneer je minder valide bent, kan je niet ‘zomaar’ naar huis. Dan moet je ‘wel ff geduld hebben hoor’. Doodmoeie peuter huilt de hele reis terug. Ik draag het lege gietertje.

 

 



et cetera